SARO bracht - op vraag van minister Philippe Muyters - op 26 maart 2014 advies uit over het voorontwerp RUP ‘Oosterweelverbinding-wijziging’. De raad focust zijn advies op het voorliggend RUP en spreekt zich niet uit over de ruimere context zoals het Masterplan 2020. SARO gaat in zijn advies ook niet in op het geheel van flankerende en begeleidende maatregelen.
SARO adviseert het voorontwerp RUP gunstig mits voldaan wordt aan de geformuleerde opmerkingen in het advies en in het bijzonder vraagt de raad aandacht voor de relatie van dit RUP met het RUP Oosterweel dd. 16 juni 2006. Doordat beide RUP’s samen de juridische basis vormen voor de realisatie van het volledige actuele project Oosterweelverbinding is het zeer moeilijk om volwaardig zicht te krijgen op de werkelijke bestemmingswijzigingen die met voorliggend RUP worden doorgevoerd en op het gehele ruimtelijke plan. Tevens formuleert de raad bedenkingen bij het gebruik van algemene bepalingen. Gezien het belang van deze algemene bepalingen (onder meer wat betreft het doorvertalen van de milderende maatregelen) vraagt de raad er voor te opteren om deze algemene bepalingen op te nemen bij de specifieke stedenbouwkundige voorschriften.
Ook vraagt de raad om de stedenbouwkundige voorschriften nog eens grondig te screenen in functie van het juiste evenwicht tussen rechtszekerheid en flexibiliteit. De raad benadrukt tevens dat de flankerende maatregelen - eenmaal ze definitief vastgelegd zijn - eventueel nog een verdere doorvertaling behoeven in het RUP (o.a. flankerende maatregelen inzake mobiliteit en lucht).
SARO dringt er op aan om in de stedenbouwkundige voorschriften concrete maatregelen inzake geluid en lucht op te nemen en vraagt verdere verduidelijking over de inkleuring van de zone voor landschappelijke en functionele inpassing in functie van de volwaardige mildering van de effecten op fauna en flora.