SARO bracht - op vraag van minister Geert Bourgeois - op 26 februari 2014 advies uit over het uitvoeringsbesluit bij het Onroerenderfgoeddecreet.
De raad merkt allereerst op dat het uitvoeringsbesluit onvoldoende aandacht heeft voor vereenvoudiging van regelgeving en vereenvoudiging van procedures. Het uitvoeringsbesluit zorgt voor veel ‘overregulering’. De raad verwijst hieromtrent onder meer naar de regeling inzake erkenningen en toelatingen en naar de bepalingen inzake de zorgplicht. Opmerkelijk is dat in de bijhorende RIA gesteld wordt dat een inschatting van de administratieve lasten omwille van tijdsgebrek pas zal gebeuren bij de tweede principiële goedkeuring van het uitvoeringsbesluit.
Het uitvoeringsbesluit heeft tevens te weinig aandacht voor het creëren van een maatschappelijk draagvlak. De raad is van oordeel dat het instrumentarium en de procedures te zwaar en te complex zijn en op bepaalde punten zelfs contraproductief zijn voor de vorming van een maatschappelijk draagvlak. De administratie behoudt binnen de vastgelegde procedures bovendien een hoge graad van autonome beslissingsbevoegdheid op basis van een onbekend afwegingskader en zonder motiveringsplicht. Hierdoor wordt al te vaak rechtsonzekerheid gecreëerd voor de betrokken partijen.
De raad wijst verder op het ontbreken van het financieel plaatje en op het ongunstig advies van de Inspectie van Financiën. De Inspectie van Financiën merkte op dat gezien de veelheid aan nieuwe potentiële budgettaire meerkosten en het bestaan van ellenlange wachtlijsten het onrealistisch is er van uit te gaan dat de uitvoering van het besluit ‘budgetneutraal’ zal zijn.
De inwerkingtreding van het Onroerenderfgoeddecreet is voorzien op 1 januari 2015. De raad dringt dan ook aan op een tijdige inwerkingtreding van voorliggende uitvoeringsbesluiten en benadrukt dat diverse elementen nog moeten worden uitgewerkt (o.a. de lijst van forfaitaire werkzaamheden, de richtlijnen voor publieksgerichte erfgoedontsluiting, de kwaliteitscriteria en richtlijnen voor onroerenderfgoedondernemers).