advies beleidsnota onroerend erfgoed 2019-2024

Op 18 december 2019 bracht SARO op eigen initiatief advies uit over de beleidsnota onroerend erfgoed 2019-2024 van minister Matthias Diependaele. Met dit advies formuleert de raad enkele strategische aandachtspunten bij de hoofdlijnen van het onroerenderfgoedbeleid zoals vastgelegd in de beleidsnota onroerend erfgoed. De raad vraagt dat deze strategische bemerkingen worden meegenomen bij de verdere uitwerking en operationalisering van de beleidsnota onroerend erfgoed 2019-2024.

SARO pleit onder meer voor een selectiever beschermingsbeleid en voor een (beleids-)kader 'beschermingen'. Op basis hiervan focust Vlaanderen op het meest beschermingswaardige onroerend erfgoed op Vlaams niveau (dat van algemeen belang en relevant is voor Vlaanderen) en kan de bescherming van 'het minst waardevol onroerend erfgoed' worden opgeheven na een grondige evaluatie en onderbouwing.

De raad pleit tevens voor één inventaris van het onroerend erfgoed in Vlaanderen. Een (beleids-)kader 'inventarisatie' moet verduidelijken hoe dit proces verder zal worden ingevuld o.a. inzake vaststellingsprocedure, terminologie, taakstelling, criteria.

SARO vraagt tevens dat de Vlaamse Regering het kader zou uitzetten voor de samenhang en interactie tussen de Vlaamse overheid en de lokale besturen, waarbij de complementariteit tussen het Vlaams onroerenderfgoedbeleid en het lokaal onroerenderfgoedbeleid wordt bewaakt.