SARO bracht op 5 juni 2013 advies uit over het voorontwerp van decreet omgevingsvergunning, op vraag van minister Philippe Muyters d.d. 30 april 2013. Dit decreet voorziet in de integratie van de milieuvergunning en de stedenbouwkundige vergunning in één omgevingsvergunning. De raad ondersteunt de initiële doelstelling van het decreet inzake versnelling, vereenvoudiging, het creëren van meer rechtszekerheid, efficiëntie en inspraak. SARO vraagt evenwel om het decreet nog eens grondig te toetsen aan deze doelstellingen; er zijn immers volgens de raad nog tal van mogelijkheden om deze initiële doelstellingen verder te optimaliseren.
De raad merkt bovendien op dat heel wat zaken nog verder moeten worden uitgewerkt of onderzocht. Er is nog veel (decretaal) werk nodig vooraleer de omgevingsvergunning ook effectief operationeel kan zijn. De raad wijst hierbij op (a) de talrijke bepalingen van het decreet die nog verder moeten worden ingevuld via uitvoeringsbesluiten, (b) de integratie van de milieu- en veiligheidsrapportage, (c) de uitwerking van het handhavingsluik, (d) het onderzoek naar de impact van het decreet op de lokale besturen, (e) de inbedding van de omgevingsvergunning in een beleid van e-government en (f) nog tal van te onderzoeken aspecten. Een specifiek vraagstuk betreft het administratief rechtscollege dat bevoegd zal zijn voor de schorsings- en vernietigingsgeschillen in het kader van de omgevingsvergunning.
SARO benadrukt in het advies tevens de noodzakelijke afstemming met tal van andere lopende initiatieven, zoals het investeringsdecreet en de hertekening van het ruimtelijk instrumentarium in het kader van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen.