advies decreet Vlaamse bestuursrechtscolleges

Op vraag van minister Geert Bourgeois van 7 mei 2013, bracht SARO op 5 juni 2013 advies uit over het voorontwerp van decreet betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (VBRC). De raad ondersteunt de oorspronkelijke doelstellingen van de principenota van 29 april 2011 tot oprichting van een Bijzonder Vlaams Bestuursrechtscollege: een doeltreffende, kostenefficiënte en effectieve beslechting van geschillen, een verdere vereenvoudiging, een betere bescherming van een rechtszoekende met een eenvormige flexibele en transparante regeling op het vlak van organisatie en werking van de verschillende bestuurscolleges. Hierdoor kunnen belangrijke schaalvoordelen en efficiëntiewinsten gerealiseerd worden.

De raad betreurt dat deze doelstellingen met het voorliggend decreet slechts zeer beperkt worden gerealiseerd. De oorspronkelijke doelstelling om één geïntegreerd VBRC op te richten wordt niet behouden. De raad wijst op de onduidelijkheid omtrent de toekomstige taakstelling van de Raad voor Vergunningsbetwistingen (RvVb) en omtrent het administratief rechtscollege dat bevoegd zal zijn over de schorsings- en vernietigingsgeschillen in het kader van de omgevingsvergunning. De raad meent dat de Vlaamse Regering eerst een antwoord moet bieden op deze onduidelijkheden vooraleer de draagwijdte van het decreet ook effectief beoordeeld kan worden beoordeeld. Immers, indien het omvangrijkste beroepscollege onder het VBRC (nl. de RvVb) het grootste deel van zijn taken zou verliezen, wordt het VBRC herleid tot een ‘lege’ doos. Tevens merkt de raad op dat het decreet onvoldoende ver gaat in het uitwerken van een eenvormige werking van de verschillende rechtscolleges.