SARO ontving op 2 december 2020 een adviesvraag van minister Demir over het ontwerpdecreet dat wijzigingen doorvoert aan de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) met het doel de mogelijkheden voor zorgwonen uit te breiden, zodat ook bestaande bijgebouwen en mobiele units hiervoor gebruikt kunnen worden.
SARO ondersteunt ten volle de doelstelling van de Vlaamse Regering om ervoor te zorgen dat zorgbehoevenden zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen, maar formuleerde nog tal van strategische bemerkingen bij het voorliggend ontwerpdecreet.
Zo dringt SARO er op aan om de voorliggende wijzigingen aan de VCRO te kaderen binnen de ambitie van de Vlaamse Regering om volop in te zetten op de realisatie van een ruimtelijke omslag. De raad pleit ervoor om de realisatie van mobiele zorgwoningen maximaal in te vullen vanuit de ruimtelijke doelstelling om 'te verdichten binnen het bestaande ruimtebeslag'. Het is evenwel een zeer belangrijke uitdaging om binnen het stedelijk weefsel kwaliteitsvolle woningen te realiseren.
De raad vraagt bovendien om het toepassingsgebied van het ontwerpdecreet te herbekijken. Het ontwerpdecreet is immers generiek van toepassing in de ruimtelijke kwetsbare gebieden en andere openruimtegebieden; hetgeen niet wenselijk is.
De raad vindt het ook geen goede zaak dat de verwezenlijking van een ondergeschikte wooneenheid in een bestaand vrijstaand bijgebouw of in een tijdelijke, verplaatsbare constructie mogelijk wordt via een meldingsprocedure omdat de voorafgaande toetsing inzake goede ruimtelijke ordening en ruimtelijke kwaliteit hierdoor verloren gaat.
Daarnaast oordeelt de raad dat de ruimtelijke randvoorwaarden, die in het ontwerpdecreet worden opgelegd, ruimschoots onvoldoende zijn om de goede ruimtelijke ordening en de ruimtelijke kwaliteit te garanderen. De raad vindt het bovendien een belangrijke tekortkoming van het ontwerpdecreet dat er onvoldoende garanties worden ingebouwd voor een afdoende woonkwaliteit voor de zorgbehoevende.
Niettegenstaande het ontwerpdecreet stelt dat het wil inspelen op acute zorgsituaties via het aanbieden van een tijdelijke oplossing meent de raad dat het decreet onvoldoende voorwaarden inbouwt inzake deze tijdelijkheid.
De raad dringt er tot slot op aan dat de burger éénduidig wordt geïnformeerd over het geheel van regelgeving die van toepassing is op zorgwonen. De raad suggereerde in die zin om in de voorliggende regelgeving op te nemen dat de aktename van een melding niet betekent dat de andere regelgeving niet moet worden gerespecteerd.
Landelijk Vlaanderen onthoudt zich bij dit advies.