SARO bracht op 25 mei 2009 advies uit over de gedeeltelijke herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Aangezien de raad nog steeds niet over een secretariaat beschikte en gezien de vraag tot spoedbehandeling formuleerde de raad een advies op hoofdlijnen.
SARO stelde vast dat - in tegenstelling tot wat wordt gesteld in de inleiding bij het voorliggend ontwerpbesluit - een aantal keuzen worden ingevoegd die niet voortvloeien uit de uitgangspunten en het beleidskader van het bestaande RSV. SARO vroeg deze nieuwe uitgangspunten alsnog te expliciteren. SARO meende bovendien dat er nood is aan een wetenschappelijk onderbouwde evaluatie van de voorbije planperiode en een verduidelijking van de gehanteerde ruimteboekhouding.
Wat betreft de voorgestelde 'bijzondere economische knooppunten' vroeg SARO om deze knooppunten in te passen in de huidige opbouw van het RSV en aan te duiden welk bestuursniveau bevoegd is voor de afbakening van de regionale bedrijventerreinen in deze bijzondere economische knooppunten.
Inzake mobiliteit stelde SARO vast dat enkele nieuwe selecties voor wegen werden ingevoerd die ingaan tegen de categorisering van het wegennet, zoals vastgelegd in het RSV. SARO ondersteunde de bijzondere aandacht voor het goederenvervoer en de logistiek om de transportstromen in en doorheen Vlaanderen duurzamer, multimodaler en meer efficiƫnt (of vlotter) te laten verlopen.
SARO kon ten slotte akkoord gaan met het doortrekken van de bestaande opties voor de open ruimte in het kader van deze korte termijnherziening. SARO meende dat het aangewezen is duidelijkheid te scheppen rond het begrip verwevingsgebieden en de mogelijke beperkingen die hiermee aan het onderliggend gebruik kunnen worden opgelegd.