advies kaderconventie FARO

De Vlaamse minister, bevoegd voor de culturele aangelegenheden, vroeg een gezamenlijk advies van de SARO, de Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media (SARC) en de Strategische Adviesraad Internationaal Vlaanderen (SARiV) over het ontwerp van decreet houdende instemming met de Kaderconventie van de Raad van Europa over de bijdrage van cultureel erfgoed aan de samenleving, opgemaakt in Faro op 27 oktober 2005.

De raden formuleerden op 27 januari 2010 een gezamenlijk advies. Omwille van de korte adviestermijn, beperkte het advies zich tot de hoofdlijnen. De raden vroegen om bij eventuele toekomstige, gemeenschappelijke adviesvragen aandacht te hebben voor de nodige adviestermijn. Zoeken naar een gemeenschappelijke consensus vraagt immers overleg en tijd.

De raden geven een positieve appreciatie maar vragen evenwel aandacht voor de samenhang tussen de verschillende verdragen. Het is onduidelijk in hoeverre een conventie die de waarde van cultureel erfgoed voor de maatschappij erkent, een noodzakelijke aanvulling is op een reeds uitgebreide set van verdragen. Een onnodige proliferatie aan wetgeving moet vermeden worden.

De raden stellen tevens vast dat voor Vlaanderen wordt gewerkt aan een nieuw decreet onroerend erfgoed. Een belangrijke uitdaging betreft de harmonisering van de sterk versnipperde wetgeving inzake onroerend erfgoed. Ook de doorwerking van de verschillende verdragen en het bewaken van de samenhang vormt een belangrijke uitdaging voor dit nieuwe decreet onroerend erfgoed. De raden vragen om dit in de memorie van toelichting bij het voorliggend ontwerp van decreet alsnog toe te lichten. De raden wijzen ook op de noodzaak om alle actoren te betrekken bij de uitvoering van dit verdrag. Tevens vinden de raden het verrassend dat de nota stelt dat er geen weerslag is van het ontwerp van decreet op de lokale besturen.