advies tweede protocol Verdrag Den Haag

Op 11 december 2009 hechtte de Vlaamse Regering haar principiële goedkeuring aan het ontwerp van decreet houdende instemming met het tweede Protocol bij het Verdrag van Den Haag van 1954 inzake de bescherming van culturele goederen in geval van een gewapend conflict. Gezien de beperkte beleidsimpact in Vlaanderen en gezien het Protocol vooral de versterking van de internationale rechtsorde beoogt, vroeg de Vlaamse Regering advies aan de Strategische Adviesraad internationaal Vlaaderen (SARiV) met de suggestie om samen te werken met andere strategische adviesraden. De SARiV koos ervoor om samen met de SARO en de SARC tot een gezamenlijk advies te komen.

In hun advies van 27 januari 2010 sluiten de raden zich aan bij het instemmingsdecreet. Ze vragen de Vlaamse Regering met aandrang om dit dossier zo snel mogelijk af te ronden. Zoals de plunderingen van het cultureel erfgoed in Irak in 2003 toonden, blijft er echter een grote nood aan een sluitend internationaal kader om culturele goederen te beschermen.

Hoewel het tweede Protocol niet alle lacunes uit de internationale wetgeving m.b.t. de bescherming  van culturele goederen bij gewapend conflict verhelpt, zijn de raden van oordeel dat in vergelijking met het Haagse Verdrag van 1954 het tweede Protocol verbeteringen en verduidelijkingen aanbrengt die de bescherming van culturele goederen ten goede komt. Hoewel het tweede Protocol het Haagse Verdrag niet vervangt, zijn de raden de mening toegedaan dat onderhavig Protocol een institutioneel kader creëert om de tenuitvoerlegging van het tweede Protocol en, de facto, het originele Haagse Verdrag te monitoren. Bovendien betekent het tweede Protocol ook strafrechtelijk een belangrijke stap voorwaarts door o.m. nieuwe misdrijven t.o.v. culturele goederen te definiëren.