SARO ontving op 10 maart 2021 een adviesvraag van Matthias Diependaele, Vlaams minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed, over de visienota ‘lokaal onroerenderfgoedbeleid’. De visienota zet de krijtlijnen uit voor de toekomstige gezamenlijke verantwoordelijkheid van Vlaanderen en de lokale besturen op vlak van onroerend erfgoed.
In functie van de implementatie van de visienota, met 1 januari 2023 als vooropgestelde einddatum, kondigt de minister aan nog in gesprek te zullen gaan met vertegenwoordigers van lokale besturen, erkende onroerenderfgoedgemeenten en intergemeentelijke onroerenderfgoed-diensten.
Gelet op dit participatieve traject en de tijdige aanpassing van de regelgeving vraagt de minister om het formeel standpunt van SARO zo snel mogelijk te kennen.
In het SARO-advies van 28 april 2021 formuleert de raad een aantal strategische aandachtspunten bij de krijtlijnen van de voorziene samenwerking tussen Vlaanderen en de lokale besturen, zoals voorgesteld in de visienota lokaal onroerenderfgoedbeleid. De raad vraagt dat deze strategische bemerkingen worden meegenomen bij de verdere uitwerking en implementatie van de visienota.