De wijzigingen aan het decreet integraal handelsvestigingsbeleid kaderen in de ambitie van de Vlaamse Regering om het beleid gericht op bedrijvige kernen te stimuleren.
In zijn advies van 31 augustus 2022 verwijst SARO allereerst naar zijn eerder advies van 25 juni 2014 inzake het decreet IHB. Hierin ondersteunde de raad de vier basisdoelstellingen voor het voeren van een integraal handelsvestigingsbeleid door het Vlaams Gewest in samenwerking met de provincies en gemeenten. De bijsturing van de regelgeving via voorliggend wijzigingsdecreet is noodzakelijk omdat op het terrein de beoogde doelstellingen nog geenszins worden gerealiseerd. Er is nog altijd een relatief grote leegstand van panden in de kernen en hoofdwinkelgebieden en tegelijkertijd blijft de rush op de periferie voortduren. Naast voorliggende aanpassingen van de regelgeving acht de raad bijkomende initiatieven noodzakelijk om effectief een winkelshift te realiseren. Zo vraagt de raad dringend werk te maken van een Vlaams beleidskader inzake detailhandel. Ook inzake de (juridische) ondersteuning bij de opmaak van RUP’s dringt de raad aan op de noodzakelijke inhaalbeweging.
Verder gaat SARO concreet in op de voorliggende wijzigingen aan het decreet integraal handelsvestigingsbeleid:
-
De raad ondersteunt de voorgestelde aanpassingen van de definitie ‘handelsgeheel’ en de definitie ‘kleinhandelsbedrijf’.
-
De raad vindt het een goede zaak dat de categorie ‘andere producten’ verder opgesplitst wordt, maar vraagt aandacht voor verdere verduidelijking van de definities en verdere onderbouwing in de memorie van toelichting.
-
De raad ondersteunt de wijzigingen die het wijzigingsdecreet (artikel 6) doorvoert aan de vergunningsplicht.
-
De raad vindt het positief dat het wijzigingsdecreet zorgt voor een verruiming van de handhaving op omgevingsvergunningen voor kleinhandel van politiezones naar de gemeenten en intercommunales.
-
Ten slotte dringt de raad aan op een snelle inwerkingtreding van het wijzigingsdecreet, inclusief artikelen 4 en 6.