SARO ontving op 9 november 2020 een adviesvraag van De Werkvennootschap over de tussennota van het complex project 'Noord-Zuid Limburg'. De raad apprecieert de opmaak van een tussennota, waarin de resultaten van de eerste fase van het geïntegreerd onderzoek worden toegelicht en een samenvatting wordt gegeven van de drie weerhouden alternatieven.
De raad erkent dat er invulling wordt gegeven aan de gefaseerde aanpak, en ondersteunt zowel de aanpak om tot een voorstel tot vertrechtering te komen als de drie resterende alternatieven. De raad dringt er op aan om de drie resterende alternatieven in de volgende fase van het planproces geïntegreerd op alle aspecten te onderzoeken.
Het is de raad ook nog steeds niet duidelijk hoe de doelstellingen inzake landbouw en de natuurdoelstellingen met voorliggend complex project effectief zullen worden ingevuld, en in hoeverre ze aan bod zullen komen en onderzocht zullen worden in het kader van het plan-MER. Dit is volgens de raad een belangrijke lacune in de huidige fase van het proces tot opmaak van het voorliggend complex project.
De raad acht het noodzakelijk om in de volgende onderzoeksfase verder aandacht te besteden aan het oplossend vermogen van de verbinding in de zone tussen de E314 en Helchteren-Noord, en dit met het oog op het realiseren van een vlotte doorstroming in deze zone.
De raad vraagt tot slot uitdrukkelijk om te verduidelijken in hoeverre en welke 'ruimtelijke ontwikkelingen' met voorliggend complex project worden beoogd. Dit is volgens de raad essentieel voor de beoogde opmaak van het plan-MER, maar ook voor de opbouw van het maatschappelijk draagvlak voor dit complex project.